Scheepvaart in het smalle Donaudal was ook mogelijk voordat de elektriciteitscentrale werd gebouwd – maar met gevaren en beperkingen. Daarom moesten er op kosten van de bouwer van de elektriciteitscentrale 2 sluiskolken met een nuttige lengte van 230 m en een breedte van 24 m elk worden gebouwd. De sloten zijn gratis voor de scheepvaart, maar elke sluisvulling resulteert in een generatieverlies voor de elektriciteitscentrale van 1000 kWh.